AKOESTISCHE VLOERISOLATIE

Contactgeluid ontstaat door direct contact met de vaste delen van een gebouw. Contactgeluid plant zich beduidend sneller voort dan luchtgeluid. En het zwakt veel minder snel af dan luchtgeluid, vooral in materialen zoals beton, baksteen, staal, hout en glas, die gewoonlijk in de bouw gebruikt worden. Hierdoor kan men in grote gebouwen contactgeluiden horen die afkomstig zijn vanuit veraf gelegen ruimtes, terwijl de luchtgeluiden uit dezelfde ruimtes niet hoorbaar zijn. Onze oplossing; akoestische vloerisolatie.
Onze oplossing
Het principe van de zwevende vloer is het akoestisch ontkoppelen van de afwerkvloer en de constructievloer. Een zwevende vloer bestaat uit een harde laag die rust op een akoestisch verende onderlaag. In principe moet de zwevende vloer, onder invloed van de lasten die erop staan, zich in alle richtingen kunnen verplaatsen, zowel horizontaal als verticaal. Er mag dus geen harde verbinding zijn in de aansluiting van de zwevende vloer met de constructievloer en de wanden. Alleen dan zal de akoestische vloerisolatie zijn werk doen.

De zorg voor kwaliteit

De uitvoering van een zwevende vloer dient met zorg te gebeuren om een maximaal resultaat te bekomen. Het ideale product is zuinig, veerkrachtig en soepel, licht en makkelijk te plaatsen. Het moet bij voorkeur dun zijn om ook verticaal toegepast te kunnen worden. Contactgeluidsisolatie biedt een langdurige waarborg op zijn mechanische en akoestische eigenschappen. De toepassing dient strikt te worden uitgevoerd, volgens de voorschriften van de fabrikant.

THERMISCHE VLOERISOLATIE

Voor thermische vloerisolatie werkt Bouwmaterialen Vinckier met het merk Schubo. Schubo wordt aangewend voor het wegwerken van oneffenheden en niveauverschillen. Daarnaast is Schubo ook geschikt voor het uitvullen van ruimtes tussen kabels, buizen en andere leidingen. De thermische vloerisolatie van Schubo heeft een egalisatiehoogte van 3 tot 30 cm.

Wenst u meer info over akoestische en/of thermische vloerisolatie? Ons team helpt u graag verder.

Picture 3